Nysius senecionis ist eine Wanze aus der Familie der Bodenwanzen (Lygaeidae).
Die Wanzen werden 3,9 bis 4,8 Millimeter lang.[1] Sie sind wie viele Arten der Gattung Nysius schwer bestimmbar. Die Art hat ein blasses zweites Fühlerglied, das basal einen dunklen Ring trägt. Die Membranen der Hemielytren sind in der Regel klar und ungezeichnet. Von der sehr ähnlichen Art Nysius graminicola kann man sie durch das kürzere erste Segment der Tarsen der Hinterbeine unterscheiden, das einschließlich der Klauen weniger lang ist als das zweite und dritte Tarsenglied zusammen. Außerdem besitzen sie auf den Metapleuren einen ausgedehnten matten Bereich.[2]
Die Art ist in Mittel-, Ost- und Südeuropa, sowie im Osten bis nach Zentralasien und im Süden in ganz Afrika (dort mit der Unterart Nysius senecionis binotatus) verbreitet. Sie ist in Mitteleuropa verbreitet und vielerorts häufig. Im Tiefland Nordwestdeutschlands ist sie verhältnismäßig selten.[1] In Großbritannien ist sie erst seit 1992 nachgewiesen, aber mittlerweile in großen Teilen des Südens bis nördlich nach Yorkshire weit verbreitet und häufig.[2] Besiedelt werden trockene, warme, offene Lebensräume, besonders auf sandigen Böden. Dort können sie so individuenreich auftreten, dass sie an Kulturpflanzen schädlich werden können.[1]
Die Tiere leben polyphag an verschiedenen Pflanzen, vor allem aber an Korbblütlern (Asteraceae) und hier wiederum besonders an Greiskräutern (Senecio), Artemisia und Kamillen (Matricaria). Die Imagines halten sich weniger häufig auf dem Boden auf als Nysius thymi und sitzen eher in der Krautschicht. Sie überwintern unter loser Rinde und ähnlichem. Die Weibchen legen ihre Eier an den Nahrungspflanzen ab. Da den gesamten Sommer über Nymphen und Imagines auftreten, ist davon auszugehen, dass sich zumindest zwei, einander überlappende Generationen pro Jahr ausgebildet werden. Die Paarung kann man von Mai bis September beobachten.[1]
Nysius senecionis ist eine Wanze aus der Familie der Bodenwanzen (Lygaeidae).
De Nysius senecionis is een wants uit de onderfamilie Orsillinae en uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Kruiskruidnysius' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.[1][2]
Het is een geelachtig bruingrijze wants, die 3,9 – 4,8 mm lang is. Het tweede segment van de antenne is lichtbruin met een donkere ring bij de basis. Over de kop lopen twee zwarte strepen. Het schildje (scutellum). Het hemi-elytrum (de deels verharde voorvleugel) is licht doorschijnend en het membraan (doorzichtig deel van de voorvleugel) is helder en meestal zonder tekening. De soorten uit het geslacht Nysius zijn heel moeilijk uit elkaar te houden. De kruiskruidnysius is vooral zeer vergelijkbaar met de compositennysius (Nysius graminicola). De kruiskruidnysius heeft een korter 1e segment van de achterste tarsus, dat kleiner is dan de gezamenlijke lengte van de 2e en 3e segmenten (inclusief “klauwtjes”).[3]
De soort is verspreid in Europa en in het oosten tot in Centraal-Azië. In het zuiden komt hij voor in heel Afrika. De In Afrotropisch gebied voorkomende wantsen behoren tot de ondersoort Nysius senecionis binotatus. Ze hebben een voorkeur voor droge, warme, open gebieden met een zandbodem.
De kruiskruidnysius leeft polyfaag op verschillende planten, vooral op kruiskruid (Senecio), alsem (Artemisia) en kamille (Matricaria) uit de composietenfamilie (Asteraceae). De imago’s zijn meestal in de kruidlaag te vinden en minder vaak op de bodem. De imago’s overwinteren achter bijvoorbeeld losse schors. Eieren, die laat zijn gelegd, kunnen ook overwinteren. De vrouwtjes leggen hun eieren op het voedsel planten. Omdat dat de hele zomer kan plaatsvinden, zijn er zowel imago’s als nimfen, die bij twee elkaar tijdelijk overlappende generaties behoren.
De Nysius senecionis is een wants uit de onderfamilie Orsillinae en uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Kruiskruidnysius' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.