Rüppells grasmus (Sylvia ruppeli, voorheen S. rueppelli, ook Rüppellgrasmus of Zwartkeelgrasmus) is een grasmus uit de familie van de Zangers van de Oude Wereld (Sylviidae).
Het mannetje van Rüppells grasmus is hoofdzakelijk grijs, met een zwarte kruin, keel en bovenste deel van de borst. Hij heeft een opvallende witte mondstreep. Het vrouwtje heeft een grijzere kop, die heel licht is tot donker gevlekt. Het mannetje heeft een rode oogring, die bij het vrouwtje bruinrood is. Beide geslachten hebben lichte zomen aan de tertials en armpennen. De alula is opvallend zwart, de vleugeldekveren zijn groot. De poten zijn bruinrood, de snavel is vrij lang en dun. De Rüppells grasmus wordt zo'n 12,5 tot 13,5 centimeter groot.
Rüppells grasmussen broeden in doornstruiken met in de omgeving enkele bomen op droge, rotsige hellingen, in maquis en in open eikenbossen met dichte bodemvegetatie in de vorm van struiken en dergelijke. Hij nestelt op zo'n halve meter boven de grond, tot boven de 1500 meter boven zeeniveau. Beide geslachten broeden en verzorgen de jongen nadat deze zijn uitgekomen.
Insecten, larven, bessen en spinnen.
Deze vogel broedt in Griekenland, Turkije en de eilanden in de Egeïsche Zee. In de winter trekt hij ten zuiden van de Sahara naar droge steppen en savannes, hoofdzakelijk in Soedan en Tsjaad.
De grootte van de wereldpopulatie werd in 2004 geschat op 0,60 tot 1,83 miljoen individuen. Men veronderstelt dat de soort in aantal stabiel is. Om deze redenen staat Rüppells grasmus als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Rüppells grasmus (Sylvia ruppeli, voorheen S. rueppelli, ook Rüppellgrasmus of Zwartkeelgrasmus) is een grasmus uit de familie van de Zangers van de Oude Wereld (Sylviidae).