Crepidomanes is een geslacht met ongeveer 35 soorten varens uit de vliesvarenfamilie (Hymenophyllaceae). Het zijn kleine epifytische of lithofytische varens uit de tropen van de Oude Wereld.
De botanische naam Crepidomanes is afgeleid van het Oudgriekse κρηπίς, krēpis (pantoffel) en μάνης, manēs (beker).
Crepidomanes zijn kleine tot zeer kleine overblijvende planten met onregelmatig vertakte, kruipende rizomen. De bladen staan ver uiteen, zijn bijna transparant, slechts één cellaag dik, en dragen geen huidmondjes. Ze zijn meervoudig geveerd of handvormig samengesteld, glad of behaard, en hebben een getande bladrand. De bladsteel is spoelvormig en gevleugeld.
De sporenhoopjes zitten op de tot buiten het blad verlengde nerven op de top van de blaadjes, en dragen bekervormige dekvliesjes. Crepidomanes onderscheidt zich van Hymenophyllum door het receptaculum, een haarvormig uitgroeisel van het sporenhoopje, dat als een borsteltje boven het dekvliesje uit steekt.
Crepidomanes-soorten zijn epifytische of lithofytische planten uit de tropen van de Oude Wereld, voornamelijk Afrika.
Volgens de recente taxonomische beschrijving van Smith et al. (2006) is het geslacht Crepidomanes een monotypische groep binnen de vliesvarenfamilie[1].
Het geslacht omvat naargelang de bron 35 tot 120 soorten.
Crepidomanes is een geslacht met ongeveer 35 soorten varens uit de vliesvarenfamilie (Hymenophyllaceae). Het zijn kleine epifytische of lithofytische varens uit de tropen van de Oude Wereld.