Het mosbloempje (Crassula tillaea, synoniemen: Crassula muscosa, Crassula tillaea en Tillaea muscosa ) is een eenjarige plant uit de vetplantenfamilie. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst (planten) als zeer zeldzaam en stabiel of toegenomen in aantal. De plant komt van nature voor in Eurazië.
De 1-5 cm hoge plant heeft dunne, liggende of opstijgende, stomp vierkantige stengels. De eironde, aan de voet vergroeide bladeren zijn 1-2 mm lang en zitten paarsgewijs aan de stengel. De jonge bladeren zijn groen en verkleuren bij het ouder worden via oranje naar dieprood.
Het mosbloempje bloeit van april tot in september met witte of roze, 2 mm grote bloempjes. De bloemen zijn zittend en meestal drietallig.
De plant komt voor op 's zomers uitdrogende grond langs paden en op begraafplaatsen.
De vrucht is een kokervrucht met een of twee zaden.
De namen in andere talen kunnen vaak eenvoudig worden opgezocht met de interwiki-links.
Het mosbloempje (Crassula tillaea, synoniemen: Crassula muscosa, Crassula tillaea en Tillaea muscosa ) is een eenjarige plant uit de vetplantenfamilie. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst (planten) als zeer zeldzaam en stabiel of toegenomen in aantal. De plant komt van nature voor in Eurazië.
De 1-5 cm hoge plant heeft dunne, liggende of opstijgende, stomp vierkantige stengels. De eironde, aan de voet vergroeide bladeren zijn 1-2 mm lang en zitten paarsgewijs aan de stengel. De jonge bladeren zijn groen en verkleuren bij het ouder worden via oranje naar dieprood.
Het mosbloempje bloeit van april tot in september met witte of roze, 2 mm grote bloempjes. De bloemen zijn zittend en meestal drietallig.
De plant komt voor op 's zomers uitdrogende grond langs paden en op begraafplaatsen.
De vrucht is een kokervrucht met een of twee zaden.