Crepidium, commonly known as 沼兰属 (zhao lan shu)[3] or spur orchids[4] is a genus of about three hundred species of orchids in the family Orchidaceae. Plants in this genus are evergreen, mostly terrestrial plants with short stems lying on the ground, two or more relatively large, pleated leaves and small, non-resupinate flowers with spreading sepals and petals. The genus is widely distributed in the tropics.
Orchids in the genus Crepidium are evergreen, sympodial, mostly terrestrial plants with fleshy stems lying on the ground although a few species are epiphytes. There are two to many relatively large, pleated leaves with their petioles wrapped around the stem, the leaves sometimes lasting for up to three years. Small or tiny, non-resupinate flowers are borne along the end of the flowering stem. The flowers are green, yellow, red, brown or purple and have spreading sepals and petals. The dorsal sepal is usually longer than the lateral sepals and the petals usually shorter and narrower than the sepals. The labellum is erect, flat and usually undivided with two ear-like lobes near its base. The column is short and has two relatively large wings. No nectar is produced and there are two pairs of waxy, yellow pollinia.[3][4][5][6]
The genus Crepidium was first raised and formally described in 1825 by Carl Ludwig Blume and the description was published in his book Bijdragen tot de flora van Nederlandsch Indië.[2][7] The name Crepidium is derived from the Latin word crepida meaning "boot", "sandal", "shoe" or "base",[8] possibly referring to the shape of the labellum. Some authors previously included species in this genus in Malaxis but Crepidium have stems lying above ground, broad leaves and an undivided labellum with ear-like lobes.[5]
(See List of species)
Species of Crepidium are found in tropical countries including China, the Indian subcontinent, Southeast asia, northern Australia, New Guinea, and various islands of the Pacific and Indian Oceans. The greatest diversity is in New Guinea where about ninety species occur. Seventeen species, five of which are endemic occur in China. In Australia there are five endemic species in tropical Queensland and the Northern Territory. Many species grow on the floor of rainforest but some are epiphytes on mossy tree trunks.[3][5][6]
Crepidium, commonly known as 沼兰属 (zhao lan shu) or spur orchids is a genus of about three hundred species of orchids in the family Orchidaceae. Plants in this genus are evergreen, mostly terrestrial plants with short stems lying on the ground, two or more relatively large, pleated leaves and small, non-resupinate flowers with spreading sepals and petals. The genus is widely distributed in the tropics.
Crepidium es un género de plantas de la familia Orchidaceae. Se consideraba sinónimo del género Malaxis, pero finalmente se ha convertido en un nombre aceptado. Comprende 285 especies descritas y de estas, solo 253 aceptadas.[2][3] Es originario de los trópicos y subtropicos de Asia y del Océano Pacífico.
El género fue descrito por Carl Ludwig Blume y publicado en Bijdragen tot de flora van Nederlandsch Indië 6: t. 2, f. 63. 1825.[4]
A continuación se brinda un listado de las especies del género Crepidium aceptadas hasta marzo de 2013, ordenadas alfabéticamente. Para cada una se indica el nombre binomial seguido del autor, abreviado según las convenciones y usos.
Crepidium es un género de plantas de la familia Orchidaceae. Se consideraba sinónimo del género Malaxis, pero finalmente se ha convertido en un nombre aceptado. Comprende 285 especies descritas y de estas, solo 253 aceptadas. Es originario de los trópicos y subtropicos de Asia y del Océano Pacífico.
Crepidium is een geslacht met bijna driehonderd soorten orchideeën uit de onderfamilie Epidendroideae. Het is afgescheiden van het geslacht Malaxis.
Het zijn terrestrische planten met een weinig opvallende bloeiwijze uit schaduwrijke bossen van India, Zuidoost-Azië en het Australaziatisch gebied.
De botanische naam Crepidium is afgeleid van het Oudgriekse κρεμάστρα, kremastra (bloemstengel),[bron?] naar het opvallend gesteelde vruchtbeginsel.
Crepidium-soorten zijn kleine tot middelgrote, terrestrische planten met slanke, cilindervormige pseudobulben, die volledig zijn omgeven door de bladvoet en -schede van ovale tot breed ovale bladeren met een eindstandige, langgerekte, kegelvormige veelbloemige tros met tientallen kleine bloempjes.
De bloemen zijn niet-geresupineerde en hebben vrijstaande, uitgespreide, ovale kelkbladen en veel smallere kroonbladen en een drielobbige, bijna ronde bloemlip, met aan de basis twee lobben die zich achterwaarts langs beide zijden van het gynostemium uitstrekken. Het gynostemium draagt twee wijd gespreide staminodia.
Crepidium werd oorspronkelijk beschreven door Blume in 1825. Het is lange tijd opgenomen geweest in het zustergeslacht Malaxis en de sect. Crepidium. Het werd in 1995 door Szlachetko opnieuw als geslacht geaccepteerd[1], alhoewel andere botanici het nog steeds bij één geslacht houden.
Het geslacht zou ongeveer driehonderd soorten tellen. De typesoort is Crepidium rheedii.
Crepidium is een geslacht met bijna driehonderd soorten orchideeën uit de onderfamilie Epidendroideae. Het is afgescheiden van het geslacht Malaxis.
Het zijn terrestrische planten met een weinig opvallende bloeiwijze uit schaduwrijke bossen van India, Zuidoost-Azië en het Australaziatisch gebied.
Crepidium é um género botânico pertencente à família das orquídeas (Orchidaceae).
Crepidium là một chi thực vật có hoa trong họ Lan.[3]
|tựa đề= trống hay bị thiếu (trợ giúp)
Crepidium là một chi thực vật có hoa trong họ Lan.
