Dovyalis is a genus of shrubs and small trees. Recent genetic evidence has shown the genus to belong to the family Salicaceae;[1] formerly it was classified in the family Flacourtiaceae. The 15 species are native to Africa (Ethiopia south to South Africa) and southern Asia (India, Sri Lanka). Some are cultivated for their fruit.
They are dense, thorny plants growing to 3–6 m tall, with sharp, 3–6 cm long stem spines in the leaf axils. Buds at the base of the spine produce clusters of alternately arranged simple ovate leaves 3–10 cm long.
The flowers are inconspicuous, solitary or clustered, with no petals. They are dioecious, with male and female flowers on separate plants. The fruit is an edible, yellow to purple globose berry 2–4 cm diameter, containing several small seeds. They are very juicy and with an acidic flavour.
Several species are grown for their fruit; D. caffra (Umkokola or Kei-apple) is popular in southern Africa, and D. hebecarpa (Kitembilla) in India and Sri Lanka. Some, notably D. abyssinica, are also grown as ornamental plants and as hedges, where the spines are valued for deterring intrusion by livestock or burglars.
The tropical apricot, or ketcot, is a hybrid between D. hebecarpa and D. abyssinica that was developed in Florida in 1953 and is cultivated for its fruit.
Dovyalis is a genus of shrubs and small trees. Recent genetic evidence has shown the genus to belong to the family Salicaceae; formerly it was classified in the family Flacourtiaceae. The 15 species are native to Africa (Ethiopia south to South Africa) and southern Asia (India, Sri Lanka). Some are cultivated for their fruit.
Dovyalis es un género de arbustos o pequeños árboles. Evidencias genéticas recientes demuestran que el género pertenece a la familia Salicaceae; anteriormente estaba clasificado en la familia Flacourtiaceae. Comprende 15 especies de plantas nativas de África (Etiopía al sur hasta Sudáfrica) y sur de Asia (India, Sri Lanka).
Tienen denso follaje que alcanza los 3-6 m de altura, con espinos de 3-6 cm de longitud. Las hojas están agrupadas o alternas, son simples, ovadas de 3-10 cm de longitud. Su follaje es sumamente hermoso, tiene buena vista.
Las flores son solitarias o agrupadas, sin pétalos. Tiene plantas con flores masculinas y otras con flores femeninas. El fruto es una baya comestible globosa de color amarillo de 2-4 cm de diámetro que contiene varias pequeñas semillas. Tienen mucho jugo con sabor ácido.
Varias especies se cultivan por su fruto; D. caffra es popular en el sur de África y D. hebecarpa en la India y Sri Lanka. Algunos, como D. abyssinica, también se cultivan como planta ornamental y como seto separador, ya que sus espinas evitan el intrusismo.
A continuación se brinda un listado de las especies del género Dovyalis aceptadas hasta abril de 2012, ordenadas alfabéticamente. Para cada una se indica el nombre binomial seguido del autor, abreviado según las convenciones y usos:[1]
Dovyalis es un género de arbustos o pequeños árboles. Evidencias genéticas recientes demuestran que el género pertenece a la familia Salicaceae; anteriormente estaba clasificado en la familia Flacourtiaceae. Comprende 15 especies de plantas nativas de África (Etiopía al sur hasta Sudáfrica) y sur de Asia (India, Sri Lanka).
Tienen denso follaje que alcanza los 3-6 m de altura, con espinos de 3-6 cm de longitud. Las hojas están agrupadas o alternas, son simples, ovadas de 3-10 cm de longitud. Su follaje es sumamente hermoso, tiene buena vista.
Las flores son solitarias o agrupadas, sin pétalos. Tiene plantas con flores masculinas y otras con flores femeninas. El fruto es una baya comestible globosa de color amarillo de 2-4 cm de diámetro que contiene varias pequeñas semillas. Tienen mucho jugo con sabor ácido.
Dovyalis est un genre végétal qui fut auparavant classé dans la famille des Flacourtiaceae, et désormais dans la famille des Salicaceae.
Le dovyalis est un arbuste vivace dioïque produisant des fruits comestibles jaune duveteux de 3 à 4 cm.
aussi :
Dovyalis est un genre végétal qui fut auparavant classé dans la famille des Flacourtiaceae, et désormais dans la famille des Salicaceae.
Le dovyalis est un arbuste vivace dioïque produisant des fruits comestibles jaune duveteux de 3 à 4 cm.
Dovyalis E. Mey. ex Arn., 1841, (sin. Aberia Hochst.) è un genere di piante tropicali della famiglia delle Flacourtiaceae, africane ed asiatiche. La specie più nota è la africana Dovyalis caffra che è detta in lingua swahili Um-Kokolo, in inglese Kei apple, in afrikaans Keiappel; altra specie di rilievo è Dovyalis hebecarpa, anche detta Ketembilla, originaria dell'India.
Sono alberelli o arbusti dioici sempreverdi, a chioma densa, con rami provvisti, in corrispondenza dei nodi, di spine robuste e lunghe alcuni cm e di brevi rametti portanti una rosetta di foglie. I fiori sono riuniti in piccoli gruppi portati dai rametti. Sono piccoli e poco appariscenti, di colore verdastro, privi di corolla. Quelli maschili sono provvisti di abbondanti stami.
I frutti sono bacche globose, di 2–4 cm di diametro, di colore variabile dal giallo al rosso-porpora, contenenti numerosi semi. Le bacche sono eduli, a volte dolci e succose, ma anche di sapore acidulo, specie se immature.
Originarie dell'Africa (dall'Etiopia al Sudafrica) e dell'Asia (India, Sri Lanka), alcune specie di questo genere sono state introdotte in altri ambienti, come ad esempio le regioni temperato-calde, per la coltivazione a scopo ornamentale. Per la spinosità si prestano eccellentemente per la realizzazione di siepi di recinzione.
Dovyalis is een geslacht uit de wilgenfamilie (Salicaceae). De soorten behorenden tot het geslacht zijn voornamelijk struiken en kleine bomen. Recentelijk is ontdekt dat het geslacht tot de wilgenfamilie behoort, eerst werd verondersteld dat het geslacht behoorde tot de familie Flacourtiaceae. Het geslacht telt vijftien soorten die oorspronkelijk voorkomen in Afrika en Azië.
De planten van het geslacht Dovyalis hebben over het algemeens stekels en worden tussen de drie en de zes meter hoog. De stekels zijn tussen de drie en zes centimeter lang en groeien in de bladoksel. De knoppen staan verspreid over de gehele stengel verplaatst. De bladeren zijn groen van kleur en worden tussen de drie en tien centimeter lang.
De bloemen van dit geslacht zijn tweehuizig. De bloemen zijn onopvallend en staan niet in hoofdjes. De bloemen bevatten geen bloembladeren. De zaden zijn eetbaar en bolvormig. De kleur van de zaden varieert van geel tot donkerpaars. De vruchten zijn twee tot vier centimeter in doorsnee en hebben een zurige smaak.
Verschillende soorten worden gekweekt voor hun vruchten zoals de kei-appel (Dovyalis caffra) in Afrika en de cetembilla (Dovyalis hebecarpa) in Sri-Lanka. Andere soorten worden als haag gebruikt om een gebied af te bakenen of om vee niet te laten ontsnappen.
In het jaar 2012 waren er negen soorten van het geslacht officieel gepubliceerd. Deze zijn hieronder weergegeven.
Dovyalis is een geslacht uit de wilgenfamilie (Salicaceae). De soorten behorenden tot het geslacht zijn voornamelijk struiken en kleine bomen. Recentelijk is ontdekt dat het geslacht tot de wilgenfamilie behoort, eerst werd verondersteld dat het geslacht behoorde tot de familie Flacourtiaceae. Het geslacht telt vijftien soorten die oorspronkelijk voorkomen in Afrika en Azië.
De planten van het geslacht Dovyalis hebben over het algemeens stekels en worden tussen de drie en de zes meter hoog. De stekels zijn tussen de drie en zes centimeter lang en groeien in de bladoksel. De knoppen staan verspreid over de gehele stengel verplaatst. De bladeren zijn groen van kleur en worden tussen de drie en tien centimeter lang.
De bloemen van dit geslacht zijn tweehuizig. De bloemen zijn onopvallend en staan niet in hoofdjes. De bloemen bevatten geen bloembladeren. De zaden zijn eetbaar en bolvormig. De kleur van de zaden varieert van geel tot donkerpaars. De vruchten zijn twee tot vier centimeter in doorsnee en hebben een zurige smaak.
Dovyalis é um género botânico pertencente à família Salicaceae, e anteriormente incluído na família Flacourtiaceae. Aberia é um sinónimo.[1]
Dovyalis é um género botânico pertencente à família Salicaceae, e anteriormente incluído na família Flacourtiaceae. Aberia é um sinónimo.
