Plagiognathus chrysanthemi ist eine Wanzenart aus der Familie der Weichwanzen (Miridae).
Die Wanzen werden 3,1 bis 4,1 Millimeter lang.[1] Sie haben eine grünliche Grundfarbe und sind auf der Oberseite dicht mit dunklen Härchen besetzt. Die Dornen an den Schienen (Tibien) sind dunkel und entspringen aus schwarzen Punkten. Die Schenkel (Femora) der Hinterbeine sind blass gefärbt und dunkel gefleckt. Die Fühler sind charakteristisch gefärbt.[2]
Die Art ist in fast der gesamten Paläarktis verbreitet und wurde durch den Menschen auch in Nordamerika eingeschleppt. Sie tritt in Deutschland und Österreich überall auf und ist sehr häufig. In den Alpen steigt sie bis etwa 1700 Meter Seehöhe.[1]
Besiedelt werden, im Wesentlichen unabhängig von der Bodenbeschaffenheit, trockene bis mäßig feuchte, offene Lebensräume mit artenreicher Krautschicht. Die Art meidet saure und nährstoffarme Extremlebensräume.[1]
Plagiognathus chrysanthemi saugt an krautigen Pflanzen und ist wie auch Plagiognathus arbustorum sehr polyphag und ernährt sich von sehr vielen verschiedenen Wirtspflanzen. Zu diesen zählen Arten aus vielen verschiedenen Pflanzenfamilien, zu denen auch Korbblütler (Asteraceae) und Hülsenfrüchtler (Fabaceae) zählen. Die Wanzen saugen vor allem an den unreifen Reproduktionsorganen der Pflanzen. Die Nymphen treten im Mai und Juni auf, die Adulten der neuen Generation ab Anfang Juni bis vereinzelt bis in den September hinein. Die Weibchen stechen ihre Eier im Juli und August in die Stängel ihrer Wirtspflanzen ein.[1]
Plagiognathus chrysanthemi ist eine Wanzenart aus der Familie der Weichwanzen (Miridae).
Plagiognathus chrysanthemi, the trefoil plant bug, is a species of plant bug in the family Miridae.[1][2][3][4] It is found across the entire Palearctic and in North America as an adventive. [1]
Plagiognathus chrysanthemi sucks on herbaceous plants and it is very polyphagous feeding on many different host plants. These include species from different plant families, including daisy family (Asteraceae) and legume (Fabaceae). The bugs suck especially on the immature reproductive organs of the plants. [5]
Plagiognathus chrysanthemi, the trefoil plant bug, is a species of plant bug in the family Miridae. It is found across the entire Palearctic and in North America as an adventive.
Trefoil plant bug, Plagiognathus chrysanthemi Trefoil plant bug, Plagiognathus chrysanthemiPlagiognathus chrysanthemi sucks on herbaceous plants and it is very polyphagous feeding on many different host plants. These include species from different plant families, including daisy family (Asteraceae) and legume (Fabaceae). The bugs suck especially on the immature reproductive organs of the plants.
De Composietenblindwants (Plagiognathus chrysanthemi) is een wants uit de familie van de blindwantsen (Miridae). De soort werd het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann Friedrich Wolff in 1804.
De langvleugelige, grijze tot geelgroene wants kan 3 tot 4 mm lang worden en is bedekt met zwarte haartjes. Het mannetje is langwerping van vorm en het vrouwtje meer ovaal. De antennes zijn geel tot bruingroen, het tweede segment heeft een zwarte ring bij de basis. Er zijn twee varianten. Bij de eerste variant is bij de mannetjes het eerste segment zwart met een wit uiteinde en bij de vrouwtjes is de basis van het eerste segment licht en heeft een zwarte ring in het midden. Bij de tweede variant is het eerste segment zowel bij de vrouwtjes als de mannetjes licht gekleurd. Het doorzichtige deel van de voorvleugels is grijs met witte aders, het uiteinde van het verharde deel van de vleugels (cuneus) heeft een donker vlekje naast de punt. De pootjes zijn geel tot bruingroen met zwarte stippen op de dijen en schenen. Uit de stippen op de schenen komen donkere stekels.
De soort overwintert als eitje en de wantsen zijn in mei volwassen. Er is één generatie per jaar en de dieren kunnen tot in september worden gevonden op diverse kruiden zoals jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris), reukloze kamille (Tripleurospermum maritimum), hopklaver (Medicago lupulina) en duizendblad (Achillea millefolium).
De wants komt voor in het Palearctisch gebied van Europa tot in Azië en is ook in Noord-Amerika terecht gekomen. In Nederland is de soort zeer algemeen in ruige, redelijk droge gebieden met veel kruiden.
De Composietenblindwants (Plagiognathus chrysanthemi) is een wants uit de familie van de blindwantsen (Miridae). De soort werd het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann Friedrich Wolff in 1804.