Phrynops williamsi is een schildpad uit de familie slangenhalsschildpadden (Chelidae).[1] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Anders Gunnar Johannes Rhodin en Russell Alan Mittermeier in 1983. De soortnaam williamsi is een eerbetoon aan de Amerikaanse herpetoloog Ernest Edward Williams (1914 - 1998).
De schildpad bereikt een maximale schildlengte tot 35,5 centimeter. De kleur van het schild is bruin met een gele strepentekening. De kop en poten zijn donkerbruin van kleur, de onderzijde en de zwemvliezen echter zijn geelrood tot geel.[2]
Phrynops williamsi komt voor in delen van Zuid-Amerika. De soort leeft in de landen Argentinië, Brazilië en Uruguay. De habitat bestaat uit rivieren met een rotsige ondergrond, in wateren met een zachte modderbodem waar veel verwante schildpadden een voorkeur voor hebben worden vermeden.[2]
Phrynops williamsi is een schildpad uit de familie slangenhalsschildpadden (Chelidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Anders Gunnar Johannes Rhodin en Russell Alan Mittermeier in 1983. De soortnaam williamsi is een eerbetoon aan de Amerikaanse herpetoloog Ernest Edward Williams (1914 - 1998).
De schildpad bereikt een maximale schildlengte tot 35,5 centimeter. De kleur van het schild is bruin met een gele strepentekening. De kop en poten zijn donkerbruin van kleur, de onderzijde en de zwemvliezen echter zijn geelrood tot geel.
Phrynops williamsi komt voor in delen van Zuid-Amerika. De soort leeft in de landen Argentinië, Brazilië en Uruguay. De habitat bestaat uit rivieren met een rotsige ondergrond, in wateren met een zachte modderbodem waar veel verwante schildpadden een voorkeur voor hebben worden vermeden.
