Ferrisia virgata, commonly known as the striped mealybug, is a species of mealybug belonging to the Pseudococcidae family. F. virgata parasitizes different crops including cottonplants. Female species are between the 4 and 4.5 millimetres (5⁄32 and 23⁄128 in) long. The species was discovered and described by Theodore Dru Alison Cockerell in 1893.[1]
Ferrisia virgata, commonly known as the striped mealybug, is a species of mealybug belonging to the Pseudococcidae family. F. virgata parasitizes different crops including cottonplants. Female species are between the 4 and 4.5 millimetres (5⁄32 and 23⁄128 in) long. The species was discovered and described by Theodore Dru Alison Cockerell in 1893.
Ferrisia virgata es un insecto de la familia Pseudococcidae, cuyas ninfas y adultos atacan numerosas especies de plantas, entre ellas algunas cultivadas por su uso ornamental y gastronómico. El género Ferrisia parece ser originario del Nuevo Mundo, pero F.virgata está ampliamente distribuida. A veces se confunde, sobre todo en la India, F. virgata con F. malvastra ,que es partenogenética. F. virgata afecta a unos 150 géneros y 68 familias. Afecta a plantas con gran relevancia económica. Puede aparecer en hojas, semillas, tallos, frutos, etc y en distintas fases del desarrollo: floración, aparición de frutos, etc. F. virgata es vector del virus del brote hinchado del cacao (cocoa swollen shoot virus, CSSV) en África Occidental y del virus del cacao de Trinidad (CTV) en Trinidad.
Se ha clasificado dentro de Pseudococcus o Dactylopius , ya que durante mucho tiempo se incluían en F. virgata insectos uniparentales, pero se descubrió que F.virgata es biparental y lo que se habían clasificado como otras especies, eran machos de esta.
Leucaena leucocephala, Coffea, Abelmoschus esculentus, Acalypha, Anacardium occidentale, Ananas comosus, Annona, Cajanus cajan, Cocos nucifera Codiaeum variegatum Carica papaya, Citrus, Coccoloba uvifera, Corchorus, Cucurbita maxima, Cucurbita pepo, Colocasia esculenta, Dracaena, Elaeis guineensis, Ficus, Gossypium, Ipomoea batatas (batatas, boniatos o camotes), Litchi chinensis, Lycopersicon esculentum, Manihot esculenta, Mangifera indica, Manilkara, Musa , Nicotiana tabacum, Phaseolus, Phoenix dactylifera, Piper betle, Piper nigrum, Psidium guajava, Punica granatum, Solanum melongena, Solanum nigrum, Theobroma cacao, Vigna unguiculata, Vitis vinifera, Zingiber officinale.
Arachis hypogaea, Hibiscus, Malpighia punicifolia, Persea americana, Saccharum officinarum, Zea mays
Se producen varias generaciones al año, sólo se aparean una vez en su vida y tardan de 12 a 23 minutos, tienen de 109 a 185 huevos que la hembra deposita en un saco de fibras céreas que le sale de debajo del cuerpo; la puesta dura 20-29 días y la incubación 3-4 horas. En la larva, la hembra muda 3 veces y el macho 4 y se desarrollan a los 26-47 y 31-57 días, respectivamente. La hembra adulta vive 36-53 días y el macho de 1 a 3. Pueden viajar a otra planta o puede haber dispersión por viento y animales, pero todo el ciclo vital ocurre dentro de las plantas. Los adultos se reconocen fácilmente por sus surcos dorsales alargados, las hembras son ovales y amarillo-grisáceas con dos rayas en el dorso, pero para una buena identificación se requiere un examen microscópico más exhaustivo. Las grandes plagas se reconocen por los ovisacos céreos, largos filamentos céreos que suelen anclarse en los nodos de crecimiento.
En cuanto al control comportamental, Toda rama infectada debe ser arrancada y quemada y aunque hay resistencia a pesticidas, se suelen usar de todas formas, por ejemplo: diazinón, malathion, dimetoato y parathion. Se tienen que echar constantemente para conseguir el efecto deseado. Algunas veces pueden usarse aceites para mejorarlos. Lo mejor es el empleo de enemigos naturales:
Ferrisia virgata es un insecto de la familia Pseudococcidae, cuyas ninfas y adultos atacan numerosas especies de plantas, entre ellas algunas cultivadas por su uso ornamental y gastronómico. El género Ferrisia parece ser originario del Nuevo Mundo, pero F.virgata está ampliamente distribuida. A veces se confunde, sobre todo en la India, F. virgata con F. malvastra ,que es partenogenética. F. virgata afecta a unos 150 géneros y 68 familias. Afecta a plantas con gran relevancia económica. Puede aparecer en hojas, semillas, tallos, frutos, etc y en distintas fases del desarrollo: floración, aparición de frutos, etc. F. virgata es vector del virus del brote hinchado del cacao (cocoa swollen shoot virus, CSSV) en África Occidental y del virus del cacao de Trinidad (CTV) en Trinidad.
Ferrisia virgata is een luis uit de familie Pseudococcidae. De luis voedt zich met verschillende soorten gewassen waaronder de katoenplant.
Het lichaam van Ferrisia virgata is bedekt met een witte was was en over de dorsaal lopen in de lengte twee zwarte strepen. Het lichaam heeft een ovale vorm en is donkergrijs van kleur. De poten van de luis daarentegen hebben een bruine kleur. De vrouwtjes zijn tussen de vier en 4.5 millimeter lang.[1]
De luis kan verschillende plantziektes overbrengen en voedt zich met alle delen van de planten waar hij op parasiteert. Daarbij kan hij zich ook verplaatsen naar de wortels van een plant in tijden van droogte. De luis heeft echter een voorkeur voor onbeschermde delen van de plant.[2]
Het aantal generaties dat de soort per jaar kan produceren verschilt per regio. Zo kan wordt er slechts een enkele generatie luizen per jaar gebaard in India terwijl dit het drievoudige is in Egypte. In India is onderzocht hoeveel nakomelingen een enkele luis kan hebben. Het gemiddelde ligt tussen de 109 en 185 larven maar dit aantal kan oplopen tot 500.[3]
Ferrisia virgata komt voornamelijk voor in tropisch gebied maar zijn gehele verspreidingsgebied beslaat Afrika, Europa, in 2000 enkel waargenomen in Frankrijk, Midden, Zuid en Noord-Amerika alsmede het Caribische gebied, Zuid-Azië en Oceanië. Oorspronkelijk is het geslacht Ferrisia een soort van de nieuwe wereld.[3]
De luis voedt zich met verschillende soorten gewassen waaronder aubergines, cacaoplanten, de cassave, citrusplanten, katoenplanten, koffieplant, tomatenplanten, papaya's, en tomatenplanten.[1]
Wanneer Ferrisia virgata op planten parasiteert worden deze aangetast. Bij verschillende delen van de plant treden ook verschillende symptomen op. Wanneer de luis zich voed met vruchten kan er een verkleuring optreden en kan de luis een laagje honingdauw achterlaten op de vrucht waar vervolgens weer schimmels op af komen. Wanneer er geparasiteerd wordt op de bladeren kan er tevens een verkleuring optreden en ook bladeren kunnen bedekt worden met een laagje honingdauw. Daarnaast kan het voorkomen dat de plant de bladeren in zijn geheel verliest. Ook bij aantasting van de stengel treden verkleuring op en kan er een laag honingdauw gevormd worden.[1]
Het dorsaal van de Ferrisia virgata.
Ferrisia virgata is een luis uit de familie Pseudococcidae. De luis voedt zich met verschillende soorten gewassen waaronder de katoenplant.