De cavia-achtigen (Caviidae) vormen een Zuid-Amerikaanse familie uit de orde der knaagdieren (Rodentia). Tot deze familie behoren onder andere de cavia's, maar ook de mara's (Dolichotinae), hoogpotige, op een haas of kleine antilope lijkende knaagdieren van de Argentijnse pampa's, en de capibara's (Hydrochoerinae), de grootste knaagdieren ter wereld.
Veel soorten hebben een grote kop met grote ogen en grote oren. De vacht is ruwharig en de dieren hebben geen staart. Er zijn geslachtsverschillen. Het zijn herbivoren. Cavia-achtigen zijn vroeg geslachtsrijp. Ze krijgen voor knaagdieren kleine worpen en hebben een lange draagtijd.
Cavia's kennen veel vijanden. Kleinere soorten vallen vooral ten prooi aan de grison en aan roofvogels. Ze komen vrij algemeen voor en kunnen veel schade aanrichten aan de landbouw. De tamme cavia (Cavia porcellus) wordt algemeen als huisdier gehouden.
Cavia-achtigen komen in een groot gedeelte van Zuid-Amerika voor, in graslanden en bosranden, tot 4000 meter hoogte in de Andes. Ze ontstonden in het Mioceen. Tijdens het Plioceen waren ze op hun hoogtepunt, en bestonden er zo'n 11 geslachten.
Er zijn negentien soorten in zes geslachten en drie onderfamilies.
De cavia-achtigen (Caviidae) vormen een Zuid-Amerikaanse familie uit de orde der knaagdieren (Rodentia). Tot deze familie behoren onder andere de cavia's, maar ook de mara's (Dolichotinae), hoogpotige, op een haas of kleine antilope lijkende knaagdieren van de Argentijnse pampa's, en de capibara's (Hydrochoerinae), de grootste knaagdieren ter wereld.