Drienaald-geiteoog (Aegilops triuncialis, synoniemen: Aegilops squarrosa, Aegilops tauschii, Triticum tauschii) is een eenjarige plant, die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). Drienaald-geiteoog heeft 2n = 14 chromosomen. Het is een allotetraploid en een zelfbevruchter. Drienaald-geiteoog komt van nature voor in Afrika, in tropische en gematigde gebieden van Azië en in Europa. De plant is ingevoerd in de Verenigde Staten.
Uit de natuurlijke kruising van emmertarwe met Aegilops triuncialis is na verdubbeling van het aantal chromosomen de gewone tarwe en spelt ontstaan.
De pollenvormende plant wordt 30 – 40 cm hoog[1][2] en heeft lijnvormige bladeren met een spitse top. Het ongeveer 0,8 mm lange tongetje is getand. De bladeren zijn verspreid bezet met witte haren.
De bloeiwijze is een 4 – 6 cm lange aar met 4 - 7 aartjes en aan de voet met 2 - 3 rudimentaire aartjes. Het zwak opgeblazen aartje bestaat uit 3 - 4, lichtgroene bloemen. De met witte haren bezette kelkkafjes hebben 2 - 3 kafnaalden, die van het topaartje zijn langer en breder dan van de zijaartjes[1][3]. De kroonkafjes zijn ongeveer 10 mm lang. Het onderste kroonkafje is meestal lang getand of de middelste tand zwak genaald. De ongeveer 4 mm lange helmhokjes zijn wit. Elk aartje vormt twee zaden. De zaden blijven 2 - 3 jaar in kiemrust, waarna ze kunnen kiemen en kunnen tot 5 jaar lang kiemkrachtig blijven.
Drienaald-geiteoog (Aegilops triuncialis, synoniemen: Aegilops squarrosa, Aegilops tauschii, Triticum tauschii) is een eenjarige plant, die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). Drienaald-geiteoog heeft 2n = 14 chromosomen. Het is een allotetraploid en een zelfbevruchter. Drienaald-geiteoog komt van nature voor in Afrika, in tropische en gematigde gebieden van Azië en in Europa. De plant is ingevoerd in de Verenigde Staten.
Uit de natuurlijke kruising van emmertarwe met Aegilops triuncialis is na verdubbeling van het aantal chromosomen de gewone tarwe en spelt ontstaan.