Wespachtigen (Vespoidea) zijn een superfamilie van de onderorde Apocrita. Ook mieren behoren tot de wespachtigen, en er zijn nog een aantal andere superfamilies waarvan de soorten wespen worden genoemd.
De bekendste vertegenwoordiger van deze groep is de gewone wesp (Paravespula vulgaris). Deze is geel-zwart gestreept en behoort tot de papierwespen (Vespinae). Maar de superfamilie kent nog veel meer families van solitair tot sociaal en van specialist tot alleseter. Ook het voedsel voor de larven kan variëren van plantaardig materiaal tot dierlijk zoals vermalen insecten of levende prooi, sommige soorten worden zelfs gevoed door hun larven.
Veel soorten wespen vangen levende insecten en andere ongewervelden om zichzelf en de larven te voeden. Kolonievormende soorten die een nest maken kauwen deze fijn, waarna het papje aan de larven gevoerd wordt. Er zijn ook soorten die levende prooien vangen, deze naar een hol of broedcel brengen en een eitje bij de verlamde prooi afzetten. De uit het ei gekropen larve eet de prooi dan levend op. De keverdoders jagen op kevers, dolkwespen vangen verschillende prooien en de spinnendoders spreken het meest tot de verbeelding; ze jagen uitsluitend op spinnen.
Er worden tegenwoordig tien families onderscheiden, met 24.000 beschreven soorten.[1] Merk op dat de indeling van de vliesvleugeligen, en dus ook die van de wespachtigen, constant aan verandering onderhevig is.
Wespachtigen (Vespoidea) zijn een superfamilie van de onderorde Apocrita. Ook mieren behoren tot de wespachtigen, en er zijn nog een aantal andere superfamilies waarvan de soorten wespen worden genoemd.
De bekendste vertegenwoordiger van deze groep is de gewone wesp (Paravespula vulgaris). Deze is geel-zwart gestreept en behoort tot de papierwespen (Vespinae). Maar de superfamilie kent nog veel meer families van solitair tot sociaal en van specialist tot alleseter. Ook het voedsel voor de larven kan variëren van plantaardig materiaal tot dierlijk zoals vermalen insecten of levende prooi, sommige soorten worden zelfs gevoed door hun larven.
Veel soorten wespen vangen levende insecten en andere ongewervelden om zichzelf en de larven te voeden. Kolonievormende soorten die een nest maken kauwen deze fijn, waarna het papje aan de larven gevoerd wordt. Er zijn ook soorten die levende prooien vangen, deze naar een hol of broedcel brengen en een eitje bij de verlamde prooi afzetten. De uit het ei gekropen larve eet de prooi dan levend op. De keverdoders jagen op kevers, dolkwespen vangen verschillende prooien en de spinnendoders spreken het meest tot de verbeelding; ze jagen uitsluitend op spinnen.