De smalbladige es (Fraxinus angustifolia) is een plant die behoort tot de olijffamilie (Oleaceae). De boom komt van nature voor in Zuid-Europa en van Noord- en Oost-Afrika tot in Iran. In Nederland wordt de boom sinds de negentiende eeuw aangeplant.
De boom kan in Nederland tot 15 m en elders tot 30 m hoog worden met een brede kroon. De diepgegroefde bast bestaat uit kleine schubben.
De dunne twijgen zijn groengrijs en de knoppen donkerbruin. De donkergroene, oneven geveerde, 15-20 cm lange bladeren hebben negen tot dertien blaadjes, die 7-13 cm lang en 1-2 cm breed zijn. Ze verschijnen in april en mei. Alleen de cultivar Fraxinus angustifolia 'Monophylla' heeft geen samengesteld blad. Het blad heeft een typische herfstkleur, die afhankelijk is van de cultivar.
De smalbladige es bloeit in april vóór het verschijnen van de bladeren met okselstandige trossen. De smalbladige es is tweehuizig. Aan de bloemen ontbreken de kelk- en kroonbladen.
De vrucht is een 3-4 cm lange, gevleugelde dopvrucht met elliptische vleugels. Ze hangen bij de vrouwelijke cultivars in groepjes en zijn tot voor het afvallen van de bladeren groen; daarna worden ze bruin.
Enkele cultivars zijn:
De smalbladige es (Fraxinus angustifolia) is een plant die behoort tot de olijffamilie (Oleaceae). De boom komt van nature voor in Zuid-Europa en van Noord- en Oost-Afrika tot in Iran. In Nederland wordt de boom sinds de negentiende eeuw aangeplant.
De boom kan in Nederland tot 15 m en elders tot 30 m hoog worden met een brede kroon. De diepgegroefde bast bestaat uit kleine schubben.
BastDe dunne twijgen zijn groengrijs en de knoppen donkerbruin. De donkergroene, oneven geveerde, 15-20 cm lange bladeren hebben negen tot dertien blaadjes, die 7-13 cm lang en 1-2 cm breed zijn. Ze verschijnen in april en mei. Alleen de cultivar Fraxinus angustifolia 'Monophylla' heeft geen samengesteld blad. Het blad heeft een typische herfstkleur, die afhankelijk is van de cultivar.
Bladeren Bladeren in herfstkleur Fraxinus angustifoliaDe smalbladige es bloeit in april vóór het verschijnen van de bladeren met okselstandige trossen. De smalbladige es is tweehuizig. Aan de bloemen ontbreken de kelk- en kroonbladen.
De vrucht is een 3-4 cm lange, gevleugelde dopvrucht met elliptische vleugels. Ze hangen bij de vrouwelijke cultivars in groepjes en zijn tot voor het afvallen van de bladeren groen; daarna worden ze bruin.